Rotterdamwet in Brabant populair

Tilburg is tevreden over de inzet van de Rotterdamwet en opteert dit jaar voor een uitbreiding naar andere buurten. Inmiddels gebruiken tien gemeenten in Nederland de omstreden wet, waarvan vijf in de regio Rijnmond en drie in Brabant.

Tilburg (2013) Metro Centric (CCBY2.0) 

Als enige stad buiten Rotterdam hanteert Tilburg alle drie de categorieën op grond waarvan woningzoekenden huisvesting in bepaalde straten of buurten geweigerd kan worden: Geen inkomen uit werk (Rotterdamwet artikel 8), onjuiste sociaaleconomische kenmerken (artikel 9) of een ‘gegrond vermoeden dat het huisvesten van een persoon zal leiden tot een toename van overlast of criminaliteit’ (artikel 10).

Grootstedelijke problematiek

Andere steden, waaronder ook Nijmegen en Zaanstad als enige steden buiten Brabant en Rijnmond, hanteren slechts een of twee van de genoemde categorieën van de Rotterdamwet. Een gemeente moet toestemming vragen bij de rijksoverheid om gebieden aan te wijzen waar de ‘Wet bijzondere maatregelen grootstedelijke problematiek’ van kracht wordt. Vaak wordt de wet de Rotterdamwet genoemd, naar de stad die de wet in het leven heeft geroepen.

Uitbreiding

Tilburg hanteert de Rotterdamwet sinds 2017 in de wijk Groenewoud. Onlangs liet de gemeente aan bewoners weten de werking van de wet uit te willen breiden met een aantal straten om ook daar ‘crimineel gedrag en overlast aan te pakken’, zo schrijft Omroep Brabant.

Omstreden vanwege discriminerend effect

De Rotterdamwet geldt als omstreden vanwege de discriminerende effecten ervan, met name voor personen met een migratieachtergrond en mensen met een handicap. Veel gemeenten willen er daarom geen gebruik van maken. Andere gemeenten zweren er bij de wet nodig te hebben om ‘balans in de wijk’ te kunnen herstellen.

Evaluatie Rotterdamwet

Een evaluatie in 2017 concludeert dat wijken in Rotterdam waar de wet is toegepast op bepaalde punten minder verslechterd zijn dan andere wijken. Maar de onderzoekers van TwynstraGudde kunnen niet uitsluiten dat andere factoren dan het gebruik van huisvestingsvergunningen hier een rol in hebben gespeeld.