De belasting op sociale huurwoningen, de verhuurderheffing, heeft tot gevolg dat woningcorporaties tienduizenden huizen minder kunnen bouwen. Dat schrijven onderzoeksbureaus Companen en Thésor.
‘Het is wooncrisis en steeds meer gezinnen zitten met smart op een betaalbare huurwoning te wachten. Ongelooflijk dat het kabinet nog steeds vasthoudt aan de verhuurderheffing’, stellen opdrachtgevers VNG, Woonbond en Aedes in een gezamenlijk persbericht. ‘In de huidige crisis is het al helemaal niet meer verantwoord.’
Verhuurderheffing
Sinds 2013 betalen verhuurders een belasting over sociale huurwoningen. De verhuurderheffing is nu 1,7 miljard euro per jaar en loopt per jaar verder op. Zo’n 95 procent daarvan wordt betaald door woningcorporaties. Aedes, VNG en Woonbond gaven samen opdracht een evaluatie van de belasting uit te voeren, vooruitlopend op de evaluatie van het ministerie van BZK.
Fors minder investeringen
Onderzoeksbureaus Companen en Thésor keken zowel naar de aanleiding van de heffing als naar de financiële en volkshuisvestelijke effecten. De onderzoekers concluderen dat de verhuurderheffing een substantieel negatief effect heeft op investeringen van corporaties. Corporaties worden door het fiscaal beleid achtergesteld ten opzichte van commerciële en particuliere verhuurders, aldus de onderzoekers.
Funest voor woningbouw
De verhuurderheffing roomt de inkomsten van corporaties fors af, hun ‘operationele kasstromen’ dalen sinds 2013. Dat gaat rechtstreeks ten koste van hun mogelijkheden om te investeren in bijvoorbeeld nieuwbouw en verduurzaming, terwijl dat tegelijkertijd ambities van overheidsbeleid zijn. Corporaties zouden zich failliet investeren als ze dat volledig op basis van leningen doen: geld lenen kost geld. De onderzoekers becijferden dat corporaties zonder de verhuurderheffing hun nieuwbouwproductie zouden kunnen verdubbelen.
‘Niet op huurders verhalen’
Het was de bedoeling van het kabinet dat corporaties het geld voor de verhuurderheffing binnen zouden halen door efficiënter te werken en door meer woningen te verkopen en de huren te verhogen. Corporaties hebben inderdaad hun bedrijfslasten fors teruggebracht, maar verdere besparingen zijn nauwelijks nog mogelijk, aldus de onderzoekers. Gezien de druk op de woningmarkt kunnen corporaties onvoldoende geld genereren met verkoop. En corporaties zijn terughoudend met huurverhoging om hun huren betaalbaar te houden.
Paulus Jansen, directeur Woonbond: ‘Terecht. In feite is de verhuurderheffing een huurdersbelasting en worden corporaties gebruikt als belastingkantoor. Maar het is onacceptabel die rechtstreeks op huurders te verhalen, we sloten niet voor niks het Sociaal Huurakkoord.’
Twee keer zo veel woningen of 70 euro minder huur
Corporaties hadden daarmee twee keer zo veel nieuwbouwwoningen kunnen bouwen, wat neerkomt op ongeveer 93.500 extra woningen. Of hun huurders gemiddeld een 70 euro lagere huur, een besparing van 840 euro per jaar per huishouden, kunnen bieden, staat in het rapport. Jansen: ‘Zo zijn het de huurders en woningzoekenden die betalen voor deze belasting. Het is onbestaanbaar deze heffing in tijden van wooncrisis overeind te houden.’