De huren in de sociale sector (sociale huurwoningen in bezit van corporaties of particulieren) mogen in 2022 met maximaal 2,3% stijgen. Tenzij huurders een relatief lage huur hebben, of op basis van hun inkomen in aanmerking komen voor een inkomensafhankelijke huurverhoging. Voor deze groepen geldt een hogere huurverhoging. Dat blijkt uit een brief die minister De Jonge vandaag stuurde naar de Tweede Kamer.
De Woonbond heeft gepleit voor het doorzetten van de huurbevriezing. Gezien de stapeling van kosten door de duurder geworden boodschappen en hoge energierekeningen is het een gemiste kans dat De Jonge hier nu niet voor kiest. Wel geeft hij aan in 2023 betaalbaarheid meer mee te wegen.
Lage huur? Hoge stijging
Voor huurders van een sociale huurwoning met een huurprijs onder de €300,- geldt een maximale huurverhoging van €25,-.
Inkomensafhankelijke huurverhoging
Er geldt een forse inkomensafhankelijke huurverhoging voor huurders met een iets hoger inkomen. Hierbij wordt er ook een onderscheid gemaakt tussen eenpersoonshuishoudens en meerpersoonshuishoudens. Het gaat om een verhoging van maximaal 50 euro of maximaal 100 euro van de maandhuur.
50 euro
- Eenpersoonshuishoudens met een inkomen vanaf €47.948,-
- Meerpersoonshuishoudens met een inkomen vanaf €55.486,-
100 euro
- Eenpersoons huishoudens met een inkomen vanaf €56.527,-
- Meerpersoonshuishoudens met een inkomen vanaf €75.369,-
Woonbond komt met huurverhogingscheck
De Woonbond komt zoals elk jaar nog met een check waarmee huurders kunnen controleren of hun huurverhoging niet te hoog is.
Vrije sector
Voor huurders in de vrije sector geldt een maximale huurverhoging van 3,3%. Tenzij er iets lagers staat afgesproken in het huurcontract.