Aedes (vereniging van woningcorporaties) bepleit dat het kabinet de huurverlaging voor minima volgend jaar al invoert in plaats van in 2024. De Woonbond steunt dit pleidooi.
Beide organisaties signaleren dat huurders ernstig in de knel komen door stijgende kosten van levensonderhoud en torenhoge energieprijzen. Vooral huurders met een minimuminkomen ervaren dat het onmogelijk is geworden om nog rond te komen. Er is dan ook alle reden om de huurverlaging die in 2024 in zou gaan een jaar naar voren te halen. Maarten Wiedemeijer, belangenbehartiger bij de Woonbond: “Veel huurders staat het water aan de lippen en dreigen kopje onder te gaan. Er is zo snel mogelijk actie nodig. Daarom wil de Woonbond al in 2023 huurverlaging voor deze groep.”
Nationale prestatieafspraken
Eind juni ondertekenden het ministerie van BZK, de Woonbond, Aedes, en VNG (samenwerkingsverband van gemeenten) de nationale prestatieafspraken. Er werd een breed pakket aan maatregelen afgesproken om sociale huren betaalbaar te houden en de voorraad sociale huurwoningen te vergroten. Eén van de maatregelen: minima krijgen huurverlaging.
Welke minima?
Huishoudens die een sociale (gereguleerde) huurwoning van een woningcorporatie huren. Zij krijgen huurverlaging als ze een inkomen hebben tot 120 procent van het sociaal minimum én een huur betalen van meer dan 550 euro per maand. Volgens doorrekeningen gaat het om ongeveer 510.000 huishoudens. De gemiddelde huurverlaging die een huishouden tegemoet kan zien is 57 euro per maand.
Ruimte voor lagere huur door afschaffen heffing
De huurverlaging is mogelijk omdat de zogenaamde ‘verhuurderheffing’ per 1 januari 2023 wordt afgeschaft. Door het afschaffen van deze belasting op betaalbaar verhuren komt er bij woningcorporaties ongeveer 1,7 miljard euro per jaar aan investeringsruimte vrij. Een deel hiervan gaat naar huurverlaging, een ander deel naar het realiseren van nieuwe sociale huurwoningen en het aanpakken van onzuinige en slechte woningen.
Je moet zelf uitvinden of jij in jouw situatie recht hebt op huurtoeslag en je moet de toeslag zelf aanvragen. Het komt dus niet vanzelf naar je toe. Huurtoeslag wordt uitgekeerd door de Belastingdienst. Om te bepalen of je er recht op hebt kijkt de Belastingdienst naar je jaarinkomen, je vermogen op 1 januari, je huurprijs, de samenstelling van je huishouden en je leeftijd. Met de rekenhulp van de Belastingdienst(externe link) kun je een proefberekening maken over het jaar 2021.
Meer huurders recht op toeslag
In 2020 kregen ongeveer 115.000 extra huishoudens recht op huurtoeslag, maar er zijn nog altijd huurders die dit niet weten. De reden dat meer mensen recht kregen heeft met de inkomensgrens voor huurtoeslag te maken. Tot en met 2019 was er een ‘harde inkomensgrens’. Als je jaarinkomen boven deze grens lag -al was het maar een paar euro- had je nergens recht meer op. Door de wetswijziging van 2020 is dat veranderd.
Bij welk inkomen geen recht meer?
Nu geldt: hoe hoger je inkomen, hoe minder toeslag. Welk inkomen geldt als ‘te hoog voor huurtoeslag’ hangt af van je huurprijs en het aantal personen in je huishouden. Verder maakt het uit of je de AOW-leeftijd al bereikt hebt of juist niet. In de praktijk is er met een jaarinkomen tot grofweg €31.000 (alleenstaanden) en €41.000 (gezinnen) soms huurtoeslag mogelijk.
Hoe aanvragen?
Heb je recht op huurtoeslag? Laat het geld dan niet liggen en vraag het meteen aan. Door het maken van een proefberekening over 2021(externe link) kun je checken of je er in 2021 recht op had. Om de toeslag vervolgens aan te vragen moet je op Mijn toeslagen(externe link) inloggen.