Huurprijzen moeten omlaag

De huren van sociale huurwoningen bij de woningcorporaties stegen per 1 juli van dit jaar met gemiddeld 1,1 procent, blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). De beperkte stijging komt door het Sociaal Huurakkoord dat de Woonbond en corporatiekoepel Aedes sloten om de huurstijgingen te beperken en door de lage inflatie van 0,3%. De Woonbond vindt het goed dat de huren dit jaar minder hard stijgen, maar ziet dat de huren nog steeds veel harder stijgen dan de inflatie en vindt dat er meer moet gebeuren om huren weer betaalbaar te krijgen. Deze kabinetsperiode stegen de huren circa 10% boven de inflatie. Veel huurders kunnen de huur amper opbrengen.

‘Huurders hebben de huren de afgelopen fors zien stijgen terwijl hun besteedbaar inkomen juist afnam. Een komend kabinet moet er echt voor zorgen dat huren weer betaalbaar wordt,’ stelt Woonbonddirecteur Ronald Paping. ‘Dat kan ook, door de belasting die verhuurders over sociale huurwoningen moeten betalen af te schaffen. Dit wordt weer doorgerekend aan de huurder en dat heeft geleid tot een huurexplosie.’ De verhuurderheffing bedraagt in 2017 1,7 miljard euro.

De Woonbond pleit voor een huurverlaging van 10%. ‘Een schone taak voor een nieuw kabinet,’ aldus Paping.

Bij particuliere aanbieders stegen de huurprijzen dit jaar harder. Paping: ‘Zij maken gebruik van de ruimte die voormalig minister Blok heeft gecreëerd voor hogere huurstijgingen, ten koste van de huurders.’